Doelstellingen

Wateren is voor vrouw en man een basisrecht en iets waar we allemaal dagelijks mee geconfronteerd worden. Een overvolle blaas drukt tenslotte voor ons allen even hard !

1. Een aanzet geven tot een alternatieve kijk op de toiletten, meer specifiek damestoiletten. Aandacht vragen voor nieuwe, frisse, hippe ideeën die vrouwvriendelijk zijn. Nieuwe concepten voor herenurinoirs? En waarom zou hetzelfde niet kunnen voor dames? Zij hebben ook recht op evenveel en evenwaardig publiek sanitair. Het tekort aan volwaardig sanitair doet zo’n 22,2% van de ondervraagde vrouwen terugkeren naar huis, bleek uit ons onderzoek tijdens de Gentse Feesten. Moeten vrouwen ook in grote getale gaan wildplassen om hun gelijke rechten op te eisen?

2. Het opkomen voor een gelijkwaardige juridische behandeling van plassende vrouwen. Vrouwen kunnen momenteel immers bij wildplassen niet alleen beboet worden voor het overtreden van de plaatselijke reglementen, maar ook nog voor openbare zedenschennis. Bij mannen is dit meestal niet het geval. Bovendien lokt het minder discussie uit. Het wordt immers maatschappelijk gedoogd.

3. Het breken van het taboe rond de beeldvorming rond urinerende vrouwen en aanklagen van de ambivalentie. Terwijl naakte en zelfs urinerende vrouwen gecommercialiseerd worden (plassex), is men anderzijds ‘bekommerd’ om hun eerbaarheid in de publieke ruimte. Waarom eigenlijk zouden urinerende dames zich meer moeten schamen dan heren, en zich verstoppen? Zouden ze zich onveiliger voelen dan heren? Indien ja, waarom zouden ze?

4. Vooral de gemeentebesturen (en via hen de wetgever) er toe brengen om zeer concrete maatregelen te nemen en in hun begroting te voorzien om 1° vrouwen en mannen gelijk te behandelen bij het uitbouwen van een sanitair beleid, en 2° de beledigende en denigrerende behandeling van het wildplassen door vrouwen (overtreding van reglementen plus openbare zedenschennis) tegenover het wildplassen door mannen (vergoelijkend negeren of alleen maar boete voor overtreding van reglementen, zonder of met beperkte beboeting voor openbare zedenschennis) ongedaan te maken. Vooral dit tweede luik vraagt een specifieke aanpak en uitbouw, omdat hierbij niet alleen wetgevende en reglementerende bevoegdheden moeten in vraag gesteld en gewijzigd worden, maar vooral een specifieke, vrouw-onvriendelijke psychologische en ethische benadering. Dit laatste betekent ook een heroriëntering van de opvoeding, van de gangbare opinie bij vrouwen én mannen, op wetenschappelijk en maatschappelijk vlak, wat intensieve studie en vele contacten noodzakelijk maakt.

5. Tenslotte willen we onrechtstreeks de misbruiken in de sanitaire sector (privé uitbater) t.a.v. de consumenten én het dienstverlenende persooneel (vooral kansarme en kwestbare mensen in onze maatschappij) aan de wetgever blootleggen. Hiervoor verwijs ik naar eigen ondervragingingen van het toiletpersoneel (niet gepubliceerd) en de het recent verschenen artikel in De Morgen Toiletten schoonmaken voor wat eurocenten en een schnitzel ( 24 sept. 2005).